Knobbelzwaan

De knobbelzwaan komt al sinds de oudheid in Nederland voor en behoort tot dezelfde familie als eenden en ganzen.

Vlieg-en zwemgedrag

Met een spanwijdte, dit is de afstand tussen de twee vleugeluiteinden in vliegende toestand die bij zwanen wel 2.40 meter kan bereiken zijn het krachtige vliegers. Door hun grote lijf zijn ze genoodzaakt om snel te vliegen omdat ze anders uit evenwicht raken. Wateroppervlaktes hebben de voorkeur voor het landen en opstijgen. Op het land lopen ze waggelend en lomp. 

Zwanen dobberen graag in het water en soms zie je ze zwemmen met een poot die ze op de rug dragen.

Voortplanting en jongen

Volwassen zwanenkoppels blijven vaak hun hele leven samen. Zwanen zijn vruchtbaar vanaf hun 3e of 4e levensjaar. Begin april breekt de broedtijd aan en wordt er een nest gemaakt van riet en waterplanten waarin het vrouwtje gemiddeld 5 tot 8 eieren legt. Deze broedt ze uit in ongeveer 37 dagen. De jonge zwanen kunnen wit of grijs van kleur zijn. Soms zitten de jongen voor de veiligheid bij de ouders op de rug. Ondanks dat ze het nest al vrij snel verlaten en met 4-5 maanden kunnen vliegen blijven ze een jaar bij de ouders die ze in het daarop volgende voorjaar verjagen zodat deze weer aan een nieuw broedsel kunnen beginnen.

Territorium

Zwanen verdedigen hun territorium dat zeer groot kan zijn en hun jongen erg fanatiek. Het luid sissende geluid dat ze maken is dan ook een waarschuwing. Vooral het mannetje vertoont dit gedrag en zijn dreighouding met opgezette nek en de vleugels iets uit elkaar ziet er indrukwekkend uit. Andere watervogels worden als indringers gezien en de zwaan kan dan erg aggressief reageren met alle gevolgen van dien.

De zwanen in het park lusten ook graag een stukje bruin brood en bij rustige benadering van het dier kunt u ze gewoon uit de hand voeren.